
Elke 3e dinsdag van september is het weer zover: Prinsjesdag! De Koning leest de Troonrede voor en natuurlijk… Hoedjes kijken!
De belangrijkste wijzigingen die bekend zijn gemaakt op Prinsjesdag 2018 zijn:
- wijzigingen in de tarieven van de inkomstenbelasting (box 1 en box 2);
- verhoogde heffingskortingen met versnelde afbouw;
- versnelde afbouw hypotheekrenteaftrek; en
- verhoging van het lage Btw tarief van 6% naar 9%.
Hieronder zal ik verder ingaan op bovenstaande wijzigingen en een aantal andere wijzigingen die van belang zijn voor werknemers en (kleine) ondernemers. Je treft ook een aantal berekening aan zodat je een idee hebt wat je staat te wachten.
Blogs over:
- Prinsjesdag 2019 (Belastingplan 2020)
- Prinsjesdag 2020 (Belastingplan 2021)
- Prinsjesdag 2021 (Belastingplan 2022)
Inkomstenbelasting
De inkomstenbelasting bestaat uit 3 boxen. De tarieven in box 1 en box 2 worden in de opkomende jaren (2019 t/m 2021) gewijzigd.
Lees hier meer over het boxenstelsel.
Box 1 (inkomen uit werk en woning)
Als je in loondienst bent, merk je direct in je salaris van januari 2019 dat de inkomstenbelastingtarieven in box 1 zijn gewijzigd. En dat is goed nieuws, want we gaan er allemaal op vooruit! In de tabel hieronder zie je de gepland wijzigingen voor de tarieven in box 1.

De bovenstaande tarieven gelden voor mensen die de AOW (pensioen) leeftijd nog niet hebben bereikt.
De bedragen van de schijven zijn richtlijnen, aangezien deze bedragen jaarlijks wijzigen.
Het lijkt een beetje raar dat er twee schijven met hetzelfde percentage zijn (de 2e en 3e schijf). Dit komt omdat er in de 1e en 2e schijf premies volksverzekeringen (o.a. AOW premies) zijn verwerkt. Je betaalt premie volksverzekering tot het bedrag van de 3e schijf (ongeveer €34.000). De 3e en 4e schijf zijn 100% belasting.
Op basis van deze tabel denk je misschien dat mensen met een inkomen tot €20.000 er op achteruit gaan in het jaar 2019, maar dat is door het verhogen van de heffingskortingen niet het geval.
Heffingskortingen
Iedereen die werkt heeft recht op heffingskortingen. Dit is een soort van standaardkorting op je inkomstenbelasting. Als je werkt heb je (ervan uitgaande dat je in Nederland woont) recht op de algemene heffingskorting en de arbeidskorting.
Belastingvrije voet
Door de heffingskortingen betaal je tot een bedrag van ongeveer €6.500 per saldo geen inkomstenbelasting over je inkomen. Als je bijvoorbeeld een student met een bijbaan bent, is dit handig om te weten!
Lees hier hoe heffingskortingen precies werken.
Wijzigingen
De bedragen van deze heffingskortingen zullen hoger worden. Een andere wijziging is dat de arbeidskorting sneller afbouwt naarmate je inkomen hoger wordt.
- Arbeidskorting in 2019: maximaal €3.400 (was €3.249) en is volledig afgebouwd bij een inkomen van €90.000 (dan krijg je geen arbeidskorting meer – was in 2018 €123.000, een groot verschil dus)
- Algemene heffingskorting in 2019: maximaal €2.477 (was €2.265) en is volledig afgebouwd bij een inkomen van €68.500 (waar de hoogste schijf begint, was hetzelfde in 2018).
Resultaten wijzigingen box 1 (2019)
In onderstaande tabel zie je een berekening van hoeveel je erop vooruit gaat in het jaar 2019 op basis van jouw belastbare jaarinkomen. In deze berekening is alleen rekening gehouden met inkomstenbelasting, algemene heffingskorting en arbeidskorting en dus niet met eventuele andere aftrekposten (zoals pensioen of hypotheekrente) of inkomsten in box 2 of box 3.
Uitleg tabel: als jij een brutosalaris van €40.000 hebt, hield je daar in 2018 ongeveer €28.800 van over. In 2019 kun je daar ongeveer €704 (1,76% van €40.000) bij optellen. Het is dus het percentage van je brutosalaris.

Versnelde afbouw hypotheekrenteaftrek
De hypotheekrenteaftrek is een aftrekpost waar veel mensen gebruik van maken. Lees hier hoe de hypotheekrenteaftrek precies werkt (inclusief rekenvoorbeelden).
Al sinds een aantal jaar wordt de hypotheekrente tegen een steeds lager maximaal tarief aftrekbaar. Als jouw inkomen in de hoogste schijf valt, was dit altijd aftrekbaar tegen dit hoogste percentage (51,75% in 2019). Op basis van het nieuwe belastingplan gaat dit vanaf 2020 versneld afgebouwd worden. Dit is een nadeel voor mensen met ‘hogere’ inkomens.

Box 2 (inkomen uit aanmerkelijk belang) – verhoging tarief
In box 2 worden inkomsten uit ‘aanmerkelijk belang’ belast. Kort gezegd heb je een aanmerkelijk belang als jij (eventueel samen met je partner) 5% of meer van de aandelen in een bedrijf houdt. De tarieven in box 2 worden de komende jaren verhoogd.

Als jij ondernemer bent door middel van je persoonlijke B.V. en uit deze B.V. dividenden ontvangt, zijn deze inkomsten belast in box 2. Het kan een goed idee zijn de dividenden vóór 1 januari 2019 uit te keren, aangezien het tarief dan verhoogd wordt.
Let wel op de 1 januari ook de peildatum voor box 3 is. Als je het geld op 1 januari 2019 op je bankrekening hebt staan en het komt boven de vrijstelling uit, betaal je belasting in box 3.
De reden van deze verhoging is de verlaging van de vennootschapsbelasting (VPB).
Vennootschapsbelasting
Over de winst van je B.V. moet VPB worden betaald. Deze tarieven gaan geleidelijk omlaag vanaf 1 januari 2019.

Btw
De btw (of omzetbelasting) is een consumentenbelasting. In principe ben je btw verschuldigd over alle goederen of diensten die je afneemt als consument. Bijvoorbeeld over je nieuwe fiets of reparatie van je auto.
Ons btw tarief is 21% (vroeger 19%), maar er is ook een verlaagd btw tarief van 6%. Het verlaagde btw tarief is onder andere van toepassing op de reparatie van je fiets, schoenen of kleding, maar ook op je kappersbeurt, sport of personenvervoer. Misschien nog wel het allerbelangrijkste, het verlaagde btw is van toepassing op voedingsmiddelen en water.
Vanaf 1 januari 2019 gaat dit verlaagde btw tarief van 6% naar 9%. Dit betekent dat op 2 januari 2019 de prijzen in de supermarkt ineens een stuk hoger zullen zijn.
30% regeling – verkorting looptijd 8 naar 5 jaar
Heb je weleens gehoord van de 30%-regeling voor ingekomen werknemers? Dit is een regeling voor mensen die uit het buitenland worden ‘aangeworven’. Ze accepteren een baan in Nederland op het moment dat ze nog in het buitenland wonen.
Er zijn allerlei voorwaarden aan de 30%-regeling verbonden, zo moet je bijvoorbeeld in de afgelopen 24 maanden meer dan 16 maanden meer dan 150 km (hemelsbreed) van de Nederlandse grens hebben gewoond. Daardoor kun je geen gebruik maken van de regeling als je al je hele leven net over de grens in Duitsland of België woont. Ook wordt er voor de regeling een salariseis gesteld. Mensen die de 30%-regeling hebben kunnen 30% van hun salaris belastingvrij ontvangen. Dit scheelt dus enorm in je nettosalaris. Het idee achter de regeling is dat ‘expats’ extra kosten hebben.
Looptijd
De 30%-regeling kon eerst voor een periode van 10 jaar worden toegepast. Al in 2012 is die looptijd verkort naar 8 jaar en nu (per 1 januari 2019) wordt dit 5 jaar. Op zich helemaal prima (mijn mening), want na 5 jaar kun je niet meer echt zeggen dat je extra kosten hebt omdat je uit het buitenland bent aangeworven. Alleen is het wel erg jammer dat er geen overgangsregeling is getroffen.
Geen overgangsregeling
De reden waarom veel ‘expats’ boos zijn, is dat er geen overgangsregeling is getroffen. Dus ook mensen die bijvoorbeeld vanaf 2013 hier zijn en er altijd vanuit zijn gegaan dat ze de regeling voor 8 jaar zouden hebben, zijn nu ineens de regeling kwijt per 1 januari 2019. Terwijl ze wel hun levensstandaard (bijvoorbeeld hun hypotheek) op het hogere nettoloon hebben afgestemd.
UPDATE november 2018: inmiddels heeft het kabinet bekend gemaakt dat er toch een overgangsregeling van 2 jaar komt. Deze overgangsregeling geldt voor mensen die zonder het verkorten van de looptijd nog recht hadden gehad op de toepassing van de 30%-regeling. Zij behouden dit recht nu in 2019 en 2020.
Samenvatting
Door de wijzigingen van de inkomstenbelastingtarieven in box 1 lijken mensen met een inkomen lager dan €20.000 er op achteruit te gaan, maar, omdat de heffingskortingen worden verhoogd, gaat iedereen er op vooruit (zie tabel).
De box 2 tarieven worden verhoogd, dit hangt samen met de verlaging van de vennootschapsbelasting.
Doordat het lage btw tarief van 6% wordt verhoogd naar 9%, worden onder andere onze boodschappen een stuk duurder
