
Bij het invullen van de aangifte inkomstenbelasting moet je weten of je ondernemer bent of niet. Daar moet je namelijk je inkomsten aangeven onder één van de drie ‘bronnen van inkomsten’. Elke bron heeft andere belastinggevolgen.
De drie bronnen van inkomsten zijn: winst uit onderneming (WUO), loon uit dienstbetrekking (loon) en resultaat uit overige werkzaamheden (ROW).
Hoe bepaal je onder welke categorie jouw inkomsten vallen en wat zijn de verschillen en gevolgen hiervan? Dat lees je hieronder.
Ondernemer voor de btw (omzetbelasting)
Let op dat je voor de btw een ander ‘ondernemerscriterium’ geldt. Je kwalificeert veel sneller als ondernemer voor de btw dan voor de inkomstenbelasting.
Het kan zo zijn dat jij voor de btw wél een ondernemer bent (en dus btw moet inhouden en aangifte moet doen) en voor de inkomstenbelasting niet.
3 bronnen van inkomen
Op grond van de wet zijn er 3 bronnen van inkomen te onderscheiden:
- Winst uit onderneming (WUO)
- Loon uit dienstbetrekking (loon)
- Resultaat uit overige werkzaamheden (ROW)
Er geldt een ‘rangorderegeling’. Dit houdt in dat je eerst gaat kijken of je inkomsten onder WUO vallen. Is dat niet het geval? Dan is het misschien loon. Pas als laatste komt ROW aan bod.
Toch behandel ik de categorie ROW nu kort als eerste, zodat je een idee hebt wat het inhoudt.
Categorie 3: resultaat uit overige werkzaamheden (ROW)
De naam zegt het eigenlijk al. Overige werkzaamheden. Je kunt hierbij denken aan een zelfstandig kunstenaar of een deelnemer aan een medisch onderzoek.
Er is bij ROW sprake van een bepaalde mate van zelfstandigheid. Het gaat niet om inkomsten die uit loondienst zijn ontvangen. Toch zijn de zelfstandige werkzaamheden ook niet ‘zodanig actief’ dat ze een onderneming vormen. Het kan bijvoorbeeld een uit de hand gelopen hobby of een eenmalige werkzaamheid zijn.
Categorie 1: winst uit onderneming (WUO)
Om als ondernemer te kwalificeren, moet je ‘actief genoeg’ zijn.
Wanneer ben je dan ‘actief genoeg’? Dit hangt van vele feiten en omstandigheden af en het kan in sommige situaties moeilijk te beoordelen zijn. Hier zijn dan ook heel veel gerechtelijke uitspraken over. Hieronder geef ik wat richtlijnen.
Dingen waar je naar moet kijken zijn:
- maak je (aanzienlijke) winst
- bepaal jij hoe je de onderneming inricht en hoe je je werkzaamheden uitvoert (zelfstandigheid)
- investeer je in voorraad, personeel, etc.
- is de tijd die jij in je onderneming steekt redelijk ten opzichte van de hoogte van de winst (dus niet heel veel tijd voor een hele lage winst)
- heb je meerdere opdrachtgevers
- maak je reclame
- presenteer jij jezelf naar buiten toe als een onderneming
- loop je financiële risico’s?
Alles bij elkaar moet je een ‘echte’ ondernemer zijn die deelneemt in het economische verkeer met als doel winst te maken.
Als je ondernemer bent, heeft dit verschillende gevolgen. Je geeft je inkomsten uit de onderneming aan als winst uit onderneming, hebt recht op kostenaftrek en eventueel op de ondernemersaftrek.
Met name de kostenaftrek en ondernemersaftrek zijn twee redenen waarom mensen graag als ondernemer kwalificeren. Maar let op: de grens met loon uit dienstbetrekking is grijs, vooral voor freelancers! Daarover hieronder meer.
Categorie 2: Loon uit dienstbetrekking (wet DBA)
Het onderscheid tussen WUO en ROW (= categorie 3) ziet vooral op de mate van activiteit. Ben je ‘actief’ genoeg om als ondernemer te kwalificeren? Het onderscheid tussen WUO en loon uit dienstbetrekking (= categorie 2) ziet vooral op de zelfstandigheid. Dit grijze gebied speelt vooral bij freelancers en mensen die op interim basis werkzaam zijn. Zij zij wel echt zelfstandig?
Op dit moment hebben we voor dit onderscheid de zogenaamde Wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie), waarbij wordt gewerkt met modelovereenkomsten. Deze wet is in 2016 ingevoerd ter vervanging van de VAR (Verklaring Arbeidsrelatie).
Tot 1 januari 2021 ‘toezicht’
De wet DBA werkt in de praktijk niet goed, daarom heeft de Belastingdienst toegezegd dat ze tot 1 januari 2021 eerst waarschuwingen zullen geven voordat een boete wordt opgelegd.
Er zal (waarschijnlijk) vanaf 1 januari 2021 een nieuw systeem komen wat weer gaat werken met het vooraf afgeven van een bepaalde verklaring (zoals de VAR)
Onderscheid: gezagsverhouding en persoonlijke arbeid
De lijn tussen WUO en loon kan dun zijn. Het verschil? De gezagsverhouding.
Bij loon uit dienstbetrekking bestaat er een gezagsverhouding tussen werkgever en werknemer, waarbij de werkgever instructies geeft (of kan geven) aan de werknemer. Daarnaast moet de werknemer de arbeid persoonlijk verrichten (hij/zij kan het niet zomaar uitbesteden aan iemand anders).
Let vooral goed op als je bijvoorbeeld als ZZP’er maar één opdrachtgever hebt of bij je oude werkgever aan de slag gaat. Dan bestaat er een groot risico dat je geen ondernemer bent, maar een werknemer. Hoewel de grootste risico’s bij de werkgever/opdrachtgever liggen, kun jij je recht op aftrek kwijtraken. Lees hierover meer in mijn blog met risico’s en tips voor ZZP’ers.
Resultaat belastingheffing
Alle bovenstaande bronnen van inkomen (WUO, loon en ROW) vallen in box 1 (inkomen uit werk en woning). Ze worden ook tegen hetzelfde progressieve inkomstenbelastingtarief belast. Wat is dan het verschil?
- Verschil WUO en ROW: als ondernemer (WUO) kun je onder voorwaarden in aanmerking kunt komen voor de ondernemersaftrek.
- Verschil WUO en loon: bij loon wordt loonbelasting ingehouden en betaalt je werkgever sociale premies voor je. Zakelijke kosten zijn niet aftrekbaar als je in dienstbetrekking bent (wél bij WUO). Bij WUO kun je onder voorwaarden recht hebben op de ondernemersaftrek.
Voorbeeld kostenaftrek
Als jij als ondernemer een printer koopt (voor zakelijke doeleinden), zijn de kosten aftrekbaar van je winst. Als jij in loondienst bent en je koopt een printer om dingen voor je werk te printen, zijn deze kosten niet aftrekbaar. Hoogstens kun je de kosten terugkrijgen van je werkgever.
Lees ook deze blog met een stappenplan voor het starten van een onderneming.
